Slaapproblemen bij kinderen

Regelmatig horen we op de groepen dat u als ouder soms ten einde raad bent als uw kind(eren) moeite heeft met inslapen of doorslapen.
Er heerst volgens Maartje Zijlmans, gepromoveerd op onderzoek naar stress en mede-eigenaar van Baby Proof, onterecht het idee dat ouders iets fout doen wanneer hun baby, peuter of kleuter ’s nachts wakker wordt en het niet lukt om zelf weer in slaap te vallen. “Die aanname kan, juist in een periode met slaapgebrek, enorm stressvol zijn voor ouders.” Geeft hij aan. En misschien overbodig om hierbij te benoemen, maar voor de aanpak van slaapproblemen is stress niet helpend. Namelijk: hoe meer stressfactoren de kinderen meemaken, hoe groter het risico op slaapproblemen.
Ouders denken vaak ten onrechte dat een lieve baby er eentje is die doorslaapt. Dit zorgt ervoor dat ouders denken dat het niet normaal is als hun baby ’s nachts regelmatig wakker wordt, maar het is over het algemeen heel normaal babygedrag. Er is dan ook vaak geen reden tot ongerustheid. Dit neemt niet weg dat er wel degelijk baby’s zijn die flink ontregeld raken als het gaat om slaap. Vaak met gevolg dat een gezin uitgeput raakt.
Onlangs publiceerde Vakblad Vroeg een aantal artikelen over slaapproblemen bij (jonge) kinderen.
Opmerkelijk in de gepubliceerde artikelen is, en ja, we leven hierin echt met u als ouder mee: Ouders hebben meer last van de slaapproblemen van hun kind dan het kind zelf. Kinderen worden vaak op momenten in de nacht wakker waarbij ze eigenlijk al wat lichter slapen. Maar bij ouders zou het ook zo kunnen zijn dat ze wakker worden gemaakt als ze net in hun diepe slaap zitten. Ouders werken vaak beiden en hebben daarnaast ook meer verantwoordelijkheden dan vroeger, waardoor de gebroken nachten meer invloed hebben op het functioneren in het dagelijks leven.
Anders dan dat veel ouders denken, zegt het artikel, is er voor de slaapproblemen vaak geen medische oorzaak. Het heeft vaker te maken met gedrag en overprikkeling. Als het tijd is om te gaan slapen zijn lichaam en geest vaak nog te geprikkeld.
In dit artikel komt ook naar voren dat hulpverleners merken dat er de laatste jaren een toename is van het aantal jonge kinderen dat kampt met in- en doorslapen. Een van de factoren die hierbij meespeelt, zo zegt het artikel, is dat kinderen tegenwoordig steeds vaker te maken hebben met drukke programma’s. Verder speelt ook mee dat in de huidige maatschappij van tablets en televisie het brein te weinig tijd heeft om voldoende te rusten en te ontspannen. Het gaat maar door en door.
Zowel onderprikkelde als overprikkelde kinderen kunnen moeite hebben om in slaap te vallen.
Kinderen die onderprikkeld zijn, ervaren te weinig en te zwakke zintuigprikkels. Als ze daardoor op zoek gaan naar extra prikkels, zijn ze vaak erg druk en het is dan lastig om in slaap te vallen.
Zijn kinderen overprikkeld, dan ervaren ze juist te veel en te sterke zintuigprikkels. Dat brengt spanning met zich mee, ook geen ideale situatie om je te kunnen ontspannen en in slaap te vallen.
In een ander artikel, gepubliceerd door Vakblad 'Vroeg', komt naar voren dat relatief veel slaapproblemen voorkomen in gezinnen waarin er weinig routines zijn. In een onderzoek onder 1500 Rotterdamse kinderen, wat gepubliceerd is in het wetenschappelijke tijdschrift: Journal of Child Psychology and Psychiatry, komt naar voren dat rust, reinheid en regelmaat nu ook wetenschappelijk bewezen effect hebben. Een goede nachtrust hangt dus met meer samen dan op tijd naar bed gaan. Het ritme van je hele dag heeft invloed op hoe je ’s nachts slaapt.
Verder beschrijft dit artikel ook dat wel bekend is dat kinderen die overdag actief zijn en buiten spelen, ’s avonds ook gemakkelijker in slaap vallen.
Daarnaast helpt een vaste tijd om naar bed te gaan en een vaste volgorde van rituelen voor het slapen het kind bij het in slaap vallen, dus: een voorleesboek en een slaapliedje na het tanden poetsen. Het gaat hierbij om een zekere voorspelbaarheid die kinderen prettig vinden. Het is belangrijk het kind even de volledige aandacht te geven en voor rust te zorgen.
Ook is het belangrijk dat het ‘naar bed gaan moment’ een fijn moment is. Een jong kind kan namelijk pas slapen als het voldoende kalm is en het kind zich veilig genoeg voelt. Het kind moet namelijk nog leren om zichzelf te reguleren en heeft zijn ouders daarbij nodig. Hierbij is een goede hechting van belang (een kind kan immers pas zelfstandig worden als het zich ook goed kan verbinden). Jonge kinderen vallen ook gemakkelijker in slaap als er sensitief op ze gereageerd wordt.
Het is van belang dat de ouder zich probeert in te leven in wat een kind nodig heeft. Dit gaat eigenlijk heel vaak vanzelf goed, maar als je als ouder vaak gestresst bent, is dit moeilijker. Het is daarom van belang dat de ouder zijn eigen stress en spanning weet te verminderen, dit heeft namelijk als gevolg dat de ouder meer oog heeft voor de signalen van het kind en meer ruimte om hier afgestemd op te reageren, waardoor het kind gemakkelijker in slaap valt.
Al met al kan worden geconcludeerd dat er wel degelijk oplossingen te vinden zijn voor kinderen die moeilijk doorslapen, of moeilijk in slaap komen.
Het kan uiteraard ook voorkomen dat het probleem niet kan worden opgelost met algemene adviezen en is er soms iets specifiekers nodig.
Voor eventuele vragen of advies, kunt u altijd contact opnemen met onze pedagogisch coach, Marloes Rijnberg. Zij kan eventueel persoonlijke tips geven en u indien nodig doorverwijzen naar bijvoorbeeld de pedagoge van het Opvoedbureau.